Latijns woordenboek

volgens de verklaring van de moeder

bekennen, beweren

die beweert te heten

kok in een gaarkeuken, gaarkeukenhouder

Hemelvaartsdag

voorgaand, opgaand, opklimmend

meester in de vrije kunsten (ongeveer gelijk te stellen met drs. in de letteren en wijsbegeerte)

artiest, handwerken, ambachtsman

ambachtsman, handwerken

op het ogenblik van het sterven

(<Lat.articulus) punten waaruit de ingediende schriftelijke processtukken bestaan; vandaar ook benaming voor zulke puntsgewijs gestelde stukken

(<Lat. adrestare) ingevolge bevelschrift beslag leggen

(<Lat. adrestare) degene die beslag laat leggen

(<Lat. adrestare) beslaglegging

specerijenkoopman, kruidenier, drogist, apotheker

onder de wapenen

gewapende, wapendrager, page, edelknaap, schildknaap

veedrijver, koeherder

wapens

zilversmid, bankier, (geld)wisselaar

hofstede, erf, binnenplaats, dorsvloer

schrijnwerker, meubelmaker, boogmaker

aartsbisschop

aartsdiaken

arts, eerste geneesheer (in ziekenhuizen), officier van gezondheid,ook deken van de medische faculteit

boomkweker

(<Lat. arbiter) straf waarvan de maat aan de rechter wordt overgelaten

slingeraar, slingerschutter

akkerman, landbouwer, ploeger

bronmeester, opzichter over fonteinen en waterwerken, waterdrager

water

bij volmacht

bij, voor

april

bleker

met goedkeuring

goedkeuring

goedkeuren

in hechtenisneming

in hechtenis nemen

(<Lat. adponere) beschikken, beslissen

(<Lat. adponere) beschikking op een verzoek, vaak in de kantlijn gesteld

(<Lat. appellare) in beroep gaan

met toebehoren

beroerte

imker, bijenhouder

oude vrouw

oude vrouw

oude vrouw

(vrw. -a) oud, bejaard